naar dossiers
Gedolven grondstoffen, ontgonnen winsten
FairFin, 11.11.11, Broederlijk Delen

Gedolven Grondstoffen, Ontgonnen Winsten


19 januari 2017

Tussen 2011 en 2016 investeerden banken actief op de Belgische markt in totaal bijna 36 miljard dollar in mijnbedrijven met een bedenkelijke reputatie. Dat blijkt uit nieuw gezamenlijk onderzoek van 11.11.11, Broederlijk Delen en Fairfin. BNP Paribas, Deutsche Bank, ING en KBC steunen – ondanks eigen engagementen en internationale afspraken –metaalontginningsbedrijven als Glencore, Goldcorp of Newmont Mining. Belfius, VDK Spaarbank en Triodos komen positief uit het onderzoek, al mag dat dan weer een pak duidelijker gemaakt worden in het beleid van deze banken.


Maar liefst twee derde van de bij de VN gerapporteerde gevallen van mensenschendingen wereldwijd gaan over de mijnbouwsector. Idem voor de helft van alle klachten tegen multinationals die bij de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling)
worden neergelegd. De extractieve sector heeft niet de fraaiste reputatie. Ondanks deze vaststelling en verschillende VN-richtlijnen blijven 4 ‘Belgische’ banken zwaar investeren in bedrijven die internationaal geseind staan als problematisch.

De investeringen – die onderzocht werden voor de periode 2011 tot september 2016 – vallen uiteen in leningen en uitgiftes van aandelen en obligaties. In totaal geeft dat voor de Belgische banken deze cijfers:
• BNP Paribas: 18,2 miljard dollar
• Deutsche Bank: 9,4 miljard dollar
• ING Group: 5,4 miljard dollar
• KBC Group: 743 miljoen dollar
• Argenta, Belfius, VDK Spaarbank en Triodos: geen
• Totaal: 33,816 miljard dollar

Daarnaast hadden de onderzochte banken in september 2016 nog eens 2,1 miljard dollar aan aandelen en obligaties van de bewuste bedrijven in hun portefeuille. Wat het totaal op 35,916 miljard brengt. Niet alle investeringen zijn even rechttoe rechtaan. Een deel gaat over underwritings: aandelen en obligaties die de banken tijdelijk in hun bezit hebben. Maar zelfs als je deze tijdelijke aankoopoperaties zou schrappen gaat het nog steeds over minstens 20 miljard dollar.

11.11.11-directeur Bogdan Vanden Berghe: “Dit zijn geen onschuldige bedragen. Spaargeld wordt gebruikt om bedrijven te steunen die aantoonbare negatieve ecologische, sociale of bestuurlijke gevolgen hebben, soms decennia lang. Wereldwijd zijn er tal van cases waar men lokaal protest tegen mijnbouw gewelddadig onderdrukt, de lokale bevolking wordt verdreven of waar de impact op het klimaat onomkeerbaar is.”

Nochtans zouden de banken beter moeten weten. Zowel de VN, de OESO als Europa vaardigden afspraken en regelgeving uit die het geweld en het misbruik van de mijnbouw aan banden moeten leggen. Problematische mijnbedrijven worden op publiek beschikbare uitsluitingslijsten gezet of in internationale rankings. De bankenwereld zelf engageert zich om bedrijven waarin ze investeren te screenen op mijngerelateerde risico’s.

Ondanks die afspraken blijven verschillende Belgische banken dus toch nog investeren in mijnbedrijven die aantoonbaar problematisch zijn. Concreet gaat het over bedrijven die op verschillende bestaande uitsluitingslijsten voorkomen, zelfs van andere banken als Delta Lloyd, Nordea, Norges Bank of Swedbank. Het Zwitserse Glencore en de Engelse bedrijven BHP en Rio Tinto schreven via de banken voor miljarden aan leningen, aandelen en obligaties uit. De banken belegden daarnaast voor honderden miljoenen in Newmont Mining, Anglo American of Barrick Gold.

Vreemd is tegelijk dat zowel BNP Paribas, Deutsche Bank als ING een hele reeks mijnbouwgerelateerde doelstellingen en uitdagingen opnemen in hun beleid. Daarmee krijgen spaarders en beleggers onterecht de indruk dat de banken erg goed opletten bij investeringen in de mijnbouw. Deze cijfers bewijzen helaas het tegendeel. Omgekeerd blijkt uit het onderzoek dat KBC, Belfius, Argenta en VDK een beleid hanteren dat nauwelijks over mijnbouw spreekt. Desondanks (en gelukkig) blijven hun investeringen en financieringen in ‘problematische’ mijnbouwbedrijven tegelijk erg beperkt.

11.11.11, Broederlijk Delen en FairFin vragen op basis van dit onderzoek met aandrang dat de Belgische overheid de banken aanspreekt op hun investeringen in de mijnbouw. Zeker in het geval van BNP Paribas, waar België hoofdaandeelhouder is. De investeringen dienen zo snel mogelijk afgebouwd. Tegelijk roepen de organisaties bankenfederatie Febelfin op dringend werk te maken van een sectorinitiatief. De banken zelf moeten dringend duidelijke uitsluitingscriteria voor investeringen in de mijnbouw opstellen en ze ook hanteren.

“De vraag is tenslotte of we genoegen moeten blijven nemen met het vrijwillige kader dat vandaag geldt voor investeringen in de mijnbouw. Het is duidelijk dat een aantal banken – zelfs tegen hun eigen beleidsnota’s in – zich weinig aantrekken van deze internationale afspraken. Hier ligt werk voor zowel de overheid als de banken zelf”, aldus nog Bogdan Vanden Berghe.