De extreem lage olieprijzen doen producenten naar adem happen. Vooral de schalie-industrie vangt zware klappen. Als ze onderuit gaat dreigt deze sector banken met grote verliezen op te zadelen.
Frank Vanaerschot & Cedric Bodart
Wat je moet onthouden
- Fracking (de ontginning van schaliegas en -olie) is vervuilend. Het veroorzaakt veel meer methaan dan conventionele olie-ontginning. De toxische cocktail van chemicaliën, zand en water vervuilt bovendien de bodem en het grondwater.
- Fracking is verlieslatend zonder extreem hoge olieprijzen. De bronnen zijn snel uitgeput en er is veel meer geld en energie nodig om olie en gas uit de grond te krijgen dan bij conventionele ontginning. Voor elke dollar omzet, moeten er twee dollars schuld aangegaan worden. Nu de prijs in elkaar stort is het nog erger.
- Toch pompten banken en andere investeerders er de laatste jaren massaal geld in. BNP financiert de grootste schalieproducenten voor bijna 2 miljard euro. KBC en Belfius beleggen in enkele van deze bedrijven voor bijna 300 miljoen euro. Ze hopen om nog een laatste keer de vruchten te plukken van een uitstervende lucratieve sector.
- Gaan we allemaal mee ten onder? De schuldenpositie van de schalie-industrie is onhoudbaar en met een bij tijden negatieve olieprijs in samenspraak met een ongeziene wereldwijde terugval in olievraag, lijkt de industrie ten dode opgeschreven. Vraag is hoe de bankbalansen eruit zullen zien na hun faillissement.
- FairFin pleit om deze crisis aan te grijpen om de switch te maken naar hernieuwbare energie.
What The Frack?
Sinds 2008 is er sprake van een schalierevolutie in de VS. Na decennia van afhankelijkheid van Saudi-Arabië en Rusland voor hun olietoevoer, slaagden de VS er op minder dan 10 jaar tijd in om de grootste olie- en gasproducent ter wereld te worden. De ontginning van schaliegas werd dus onthaald als het nieuwe kroonjuweel van de Amerikaanse industrie.
Is schaliegas echt zo interessant, of was ze van bij de start al ten dode opgeschreven?
Eerst is het belangrijk om te weten hoe producenten aan schaliegas geraken. Schaliegas wordt gewonnen via fracking, een techniek die de laatste decennia steeds meer gebruikt wordt. Fracking is een verkorting voor “hydraulic fracturing”, ofwel hydraulisch kraken. Hierbij wordt een mix van water, zand en chemicaliën in de grond gepompt. Deze cocktail veroorzaakt scheurtjes in het gesteente, waardoor gas en olie kan vrijkomen.
Begin 2020 haalde de VS op deze manier dagelijks meer dan 13 miljoen vaten olie en miljarden kubieke meters gas uit de grond. Schalie-ontginning is niet alleen enorm vervuilend, ze zit ook op een gigantische schuldenberg. De voorbije jaren kwamen heel wat schaliebedrijven al in de problemen. Nu een wereldwijde economische crisis op til is door toedoen van COVID-19 en de olieprijzen sterk gedaald zijn, staat de hele schalie-industrie op de rand van het faillissement.
Schalie-industrie, een grote vervuiler
Fracking is nog vervuilender dan conventionele olie-ontginning omdat het productieproces omslachtiger en vaak gevaarlijker is. De ontginning van schaliegas -en olie vraagt bijvoorbeeld waanzinnig veel energie. Het energierendement is wel 10 keer lager dan bij petroleum.Terwijl fracking dus relatief weinig energie oplevert, is de uitstoot van CO² en andere broeikasgassen bijzonder groot. Fracking zorgt voor een pak meer methaan-lekkage. Als Methaan vrijkomt veroorzaakt het nog een pak meer klimaatopwarming dan CO², daarom is de ontginning schaliegas vaak nog vervuilender als steenkool. De schalie-industrie in de VS zou volgens een schatting 50% van de totale wereldwijde methaan-emissies sinds 2007 veroorzaakt hebben.
De oliebubbel
Naast het vervuilende karakter van fracking is er op korte termijn een nog veel prangender probleem: de immens hoge schuld van de sector. Om deze hoge schuld te begrijpen moeten we terugkeren naar 2008. De Amerikaanse centrale bank probeerde toen de economie te reanimeren door massaal geld in de financiële markt te pompen. De keerzijde hiervan was dat de olieprijs, die tijdens de bankencrisis gekelderd was, terug de lucht in schoot. Schaliegas werd hierdoor een aantrekkelijke investering: hun omslachtige productieproces werd winstgevend dankzij deze hoge olieprijs en ze konden goedkoop lenen door al het geld dat in de markt geïnjecteerd was.
Om te kapitaliseren op deze hoge energieprijzen en goedkope leningen gingen schalieproducenten massaal inzetten op de exploratie en ontginning van nieuwe schaliegebieden. De eerste reality check kwam in 2014, toen de FED stopte met extra geld in de markt te pompen. De olieprijzen daalden opnieuw tot onder de 30 dollar per vat in 2016. De prijs zou daarna terug stijgen, maar nooit naar de hoogten die schalie interessant maakten. Enkele kleinere bedrijven kwamen al snel in de problemen, maar over het algemeen bleven investeerders happig om geld te lenen aan schalieproducenten, hoewel hun activiteit op de lange termijn onhoudbaar was. Terwijl schaliebedrijven meer en meer schulden opbouwden, hielden ze investeerders zoet door een deel van het geleende geld te gebruiken om hoge dividenden te blijven uitbetalen. Voor elke dollar die men verdiende, had men er twee geïnvesteerd.
Schalie maakt verlies bij deze lage olieprijzen
Aan alle mooie sprookjes komt een einde. Tussen november 2015 en januari 2020 gingen 208 schaliebedrijven failliet die samen 121,7 miljard dollar schulden hadden. Enkel goed gefinancierde bedrijven met een relatief lage productiekost konden het hoofd boven water houden. Oliemultinationals namen het terrein van de schalie-industrie steeds meer over en en in 2019 waren zij de enigen die hun schalie-activiteiten nog uitbreidden. Ondertussen begonnen heel wat investeerders in te zien dat iedereen voordeel haalde uit hun investeringen, behalve zijzelf. De geldkraan voor de meeste schaliebedrijven werd dan ook meer en meer dichtgedraaid. En toen moest Corona nog komen.
De vraag naar olie is in vrije val door de verschillende lockdowns die de wereldeconomie stilleggen. De olieprijs zakte in maart in een halve maand tijd met meer dan 60%. Zelfs een akkoord tussen OPEC en Rusland om de olieproductie te verlagen doet de olieprijs niet stijgen. Deze week is de prijs verder gedaald tot onder de 20 dollar per vat. In de VS zorgde de speculatie in de oliehandel er zelfs voor dat olieprijzen even negatief werden. Dat is nog nooit eerder gebeurd. De hele olie-industrie krijgt klappen, maar vooral schaliegas is een vogel voor de kat. De schuldpositie, hoge productiekost, constante nood aan herfinanciering en het uit de gratie vallen bij de meeste grote financiers maakte de schalie industrie bijzonder kwetsbaar. De komende 4 jaar moeten Noord-Amerikaanse schaliebedrijven meer dan 200 miljard dollar schuld aflossen, 40 miljard daarvan dit jaar al. Geen sinecure voor een sector die enkel kan overleven door een constante toevoer van krediet.
Niet alleen een Amerikaans probleem
De huidige schattingen stellen dat als de olieprijs onder de 30 dollar per vat blijft, de output van de schalie industrie met 2 miljoen vaten/dag zal terugvallen binnen de 6 maanden. Dat is ongeveer 13% van de totale Amerikaanse olie-output. Dan gaan ongetwijfeld zowel grote als kleine schalieproducenten op de fles. Volgens een schatting loopt dit en volgend jaar meer dan 200 miljard dollar aan schuld in de oliesector het risico op wanbetaling. Als reactie op Corona proberen heel wat grote oliebedrijven hun vel te redden door het schrappen van plannen om dit jaar hun schalieactiviteiten uit te breiden. Heel wat schalieproducenten kijken tegen een faillissement aan.
Dit kan zwaardere gevolgen hebben voor de Amerikaanse economie dan enkel het verliezen van de energie-onafhankelijkheid. Energie staat namelijk centraal in heel de Amerikaanse economie. Als de sector in haar geheel in de problemen komt en bescherming tegen schuldeisers inroept, rijst de vraag of banken dit verlies wel kunnen dragen. Banken in de VS hebben voor 100 ongeveer miljard dollar openstaande leningen staan de schalie industrie. De vier banken met het meeste geld in schalie-activiteiten verloren op 8 maart tussen de 12 en 16% op de beurs. Kleinere regionale Texaanse banken kregen zelfs een oplawaai van rond de 30%. Hoewel slechts twee procent van de leningen van Amerikaanse banken naar oliebedrijven gaat, kunnen ook economische activiteiten die nauw verbonden zijn aan het lot van de schalie-industrie problemen opleveren voor de banken.
Want niet alleen Amerikaanse banken investeren in de schalie-industrie. Ook dichter bij huis knelt het schoentje. Een recent onderzoek van Banktrack toonde aan dat de 35 grootste banken ter wereld de voorbije vier jaar 264 miljard euro investeerden in de 40 grootste schaliebedrijven. Bij de grootbanken nam de investering in schalie de laatste jaren zelfs toe. Dit is mogelijk te verklaren door de toenemende controle van de oliemultinationals in de schalie-industrie. In 2018 leek de investeringshonger hierin gestild, maar in 2019 groeiden de investeringen van de grootste banken ter wereld toe met 25%!
Bij BNP Paribas is die trend nog sterker. Ze investeerde sinds 2016 bijna twee miljard euro (1,93 miljard) in de top 40 van de schalie-industrie. Bijna de helft van die investeringen (877 miljoen euro) gebeurden in 2019. FairFin gaf het onderzoeksbureau Profundo de opdracht de investeringen van banken in België in enkele grote fossiele brandstofbedrijven te onderzoeken. Daaruit blijkt dat in december 2019 KBC 91,5 miljoen euro en Belfius (via vermogensbeheerder Candriam) 178,5 miljoen euro investeerden in Shell, Exxonmobil en BP: ze maken deel uit van de top 40 van de schalie-industrie. De investeringen gebeurden via aandelen en obligaties in deze bedrijven voor eigen rekening of via investeringsfondsen die ze voor hun klanten beheren.
Een zinkend schip oplappen, of een nieuwe boot kopen?
Trump wil de Amerikaanse energieonafhankelijkheid niet zonder slag of stoot opgeven. Om zijn rijke vriendjes te helpen sluisde hij 500 miljard van het gigantische stimulus-pakket van 2200 miljard dollar naar de grote bedrijven. De vraag lijkt niet te zijn of, maar hoeveel hiervan naar olie en meer specifiek de schaliesector zal gaan. Opnieuw wordt het slechte investeringsbeleid van de banken niet afgestraft.
Het is al jaren duidelijk dat fossiele brandstoffen op lange termijn een slechte investering zijn. Toch blijven banken erin investeren, in de hoop nog een laatste keer te kunnen profiteren van hoge winsten. Nu Wall Street niet langer bereid is om de sector op haar eentje overeind te houden, kijkt de sector naar de overheid. Voor de zoveelste keer moet een private sector met publieke schuld gered worden. In 2008 redden we de banken omdat ze too big too fail waren. Gaan we nu de hele schalie-industrie ook redden? Is de schalie-industrie too big too fail?
Het wereldwijde olie-aanbod uit conventionele olie ontginning stokte in 2005. Als de schalie-industrie wegvalt zou er ineens een pak minder olie beschikbaar zijn eenmaal de economie zich herstelt. Maar dat is doen alsof er geen klimaatprobleem zou zijn. In plaats van een verlieslatende en extreem vervuilende industrie zombies te maken met overheidsgeld, kunnen we de neergang van schalie beter zien als een opportuniteit om een flinke stap te nemen in het afbouwen van onze olieverslaving.
Voor elk boorplatform dat sluit, kunnen windmolens en zonnepanelen in de plaats komen. Een boorput uit de schalie-industrie heeft na een jaar tijd al meer dan 75% van haar productiecapaciteit verloren, terwijl een windmolen meer dan 20 jaar blijft draaien. Een windmolen kost een tiende van een boortoren in de schalie-industrie. De lage energieprijzen doen de olie-, gas -en steenkoolproducenten naar adem happen. In een klimaat waarin de hele fossiele brandstoffen sector zwaar in het rood gaat, is investeren in fossiele brandstoffen nooit minder interessant geweest. Hoog tijd ook voor banken hier om hun verliezen te aanvaarden en erger te voorkomen, door de financiering van de olie-industrie aan banden te leggen.
Move Your Money
Ben je klant bij BNP Paribas, KBC, Belfius of ING en wil je niet dat ze nog investeren in schaliegas met jouw geld? Doe dan mee met Move Your Money. Onderteken hieronder mee de collectieve actie. Zo beloof je jezelf en de hele planeet dat je stappen zal ondernemen om naar een duurzame bank te verhuizen.
Onze boodschap aan de banken is duidelijk: “Move Your Money, of wij doen het.” In 2019 gingen al 10.000 Vlamingen je voor.