Wie het reilen en zeilen van de financiële sector een beetje volgt, maakte zich misschien wat ongerust. De afgelopen acht jaar volgden de lekken en schandalen elkaar met vaste regelmaat op. Het leek een Netflix-serie met elk jaar een nieuw seizoen. Het startte allemaal in 2012 met de Offshore Leaks (2012-2013), gevolgd door de Luxembourg Leaks (2014), de SwissLeaks (2015), de Panama Papers (2016) en ten slotte de Paradise Papers (2017). Toen bleef het twee jaar stil. Was de reeks ten einde? Dit jaar worden we alsnog getrakteerd op een nagelnieuw seizoen: de FinCEN-files.
Normaal zijn de helden altijd de good guys. In deze reeks worden de rollen omgekeerd. Banken overwinnen elk seizoen de obstakels die ze tijdens hun avontuur tegenkomen, net echte helden. In de pilootaflevering van 2012 kwam de bank HSBC in opspraak omdat ze voor miljarden dollars Amerikaanse embargo’s negeerde en drugsgeld witwaste van Latijns-Amerikaanse drugskartels. HSBC leek even niet te kunnen ontsnappen aan het noodlot. Tot een creatieve plottwist verlossing bracht: de bank werd bestempeld als ‘too big to jail’. De boete die HSBC opgelegd kreeg werd bepaald door hoeveel de Amerikaanse overheid dacht dat de bank zou kunnen betalen zonder in de problemen te komen op de financiële markten. Ze kwam weg met een afkoopsom van 2 miljard dollar. Dat lijkt veel geld, maar het bracht geen zoden aan de dijk. HSBC speelt ook nu een centrale rol in het FinCEN schandaal.
Een paar jaar later kreeg de Amerikaanse justitie een gelijkaardig dossier over BNP Paribas in handen. Via het mailverkeer van het management van de bank was duidelijk te zien dat ze tot op het hoogste niveau weet hadden van illegale transacties en ervoor kozen om ze verder te zetten. Ook BNP kwam ervan af met een milde boete. Het management dat groen licht gaf voor illegale transacties kon op twee oren slapen.
Na elk schandaal drukken de banken het publiek en de beleidsmakers op het hart dat ze zelf best geplaatst zijn om het probleem op te lossen. Om uit de penarie te geraken, kunnen we best op hen vertrouwen. Het was allemaal per ongeluk gebeurd. In De Tijd wordt zelfs gesuggereerd door een analist van KBC dat we het best medelijden hebben met de CEO van ING. De bank betaalde enkele jaren geleden 700 miljoen euro om niet voor de rechter te moeten verschijnen voor andere witwasdossiers. Volgens KBC heeft ING sindsdien haar lessen geleerd. Wat zijn ze toch lief voor elkaar, die concullega’s.
Maar medelijden is hier niet op zijn plaats. Vertrouwen evenmin. Elk schandaal toont opnieuw aan dat grootbanken een deel van het probleem zijn, niet de oplossing. Het FinCEN dossier drukt ons met de neus op het feit dat grootbanken zonder schroom duizenden miljarden verschuiven voor dieven, drugsbaronnen, terroristen en andere criminelen. Komt dit uit de lucht gevallen? Er zit alvast een logica achter. Bij elke beslissing van een beursgenoteerde bank staat winst op de eerste plaats. Meer investeren in de opsporing van fraude? Dat betekent meer kosten. Transacties weigeren, dat zorgt voor minder inkomsten. En als banken niet afgestraft worden door dalende inkomsten, dan wel door hun aandeelhouders. Beleggers dumpten maandag massaal aandelen van banken. Niet uit woede voor de wanpraktijken, maar uit vrees dat ze sterker gereguleerd zullen worden - en dus lagere winstcijfers kunnen garanderen.
Drie van de vier betrokken grootbanken in België zijn beursgenoteerde bedrijven. En Belfius is in de handen van de overheid, maar gedraagt zich min of meer als een beursgenoteerd bedrijf.
Geen wonder dat ook bij ons de lobbymachine meteen op gang gebracht werd om harde overheidsmaatregelen tegen witwaspraktijken met alle macht tegen te gaan en zelf de touwtjes in handen te houden. Febelfin topman Karel Baert was er maandag als de kippen bij met een pleidooi voor samenwerking tussen overheid en banken om het probleem aan te pakken. Lees: banken zijn de good guys, niet de schuldige. Knipoog.
Maar geld witwassen is geen bancaire dienst. Het is een misdaad.
Na de vorige schandalen kregen we in het beste geval halve maatregelen. De banken, vooral de allergrootsten, mochten zelf bepalen hoe er met het probleem omgegaan werd. Als je grootschalige criminaliteit wil aanpakken, is gerommel in de marge niet genoeg. Je moet de geldstromen droogleggen. Dat zal alleen maar gebeuren als overheden de politieke moed hebben om te tonen wie de baas is. Tijd dat de overheid zich van haar heldhaftige kant toont. Want het is heus niet zo dat overheden geen macht hebben over de financiële wereld. Tussen de schandalen door zijn er namelijk ook periodes van financiële instabiliteit. Momenten waarop de zwakke kant van de banken zichtbaar wordt en ze zichzelf in de vernieling rijden, verblind door hun winsthonger. Dan komen deze zogezegde helden met de bedelstaf langs bij overheden en zeggen ze dat het cruciaal is om hen niet failliet te laten gaan, want de rol die ze spelen is te belangrijk voor de samenleving. Deze scènes werden in de montagekamer vakkundig weggeknipt.
We hebben elementaire diensten nodig die banken bieden, zoals geldtransacties en het verlenen van krediet. Maar niet de ongecontroleerde geldmachines die de aandeelhouders van grootbanken er van maken.
Het FinCEN-schandaal is nog maar net begonnen. Zullen we ditmaal afwijken van het afgezaagde scenario? Laat ons de banken strak reguleren en de belangrijkste posten binnen die banken ter verantwoording roepen. Het is nauwelijks te bevatten dat we dit nog altijd moeten herhalen, na al die financiële crisissen en schandalen. Ja, als een CEO in de gevangenis kan vliegen als zijn of haar bank crimineel geld laat passeren, dan zal het minder aantrekkelijk zijn om CEO te worden. Ja, als een bank verdachte transacties moet weigeren en meer personeel en middelen moet inzetten op het controleren van de geldstromen, dan zal dat geld kosten. Een gebrek aan doortastend beleid levert elke dag diensten aan zowel de criminelen als de banken die hier munt uit slaan. De bal ligt dus in het kamp van onze beleidsmakers. Als de schrijvers van een regeerakkoord met een nieuwe plotwending de kijkers willen verrassen, mogen ze hun scherpste pen bovenhalen.
Frank Vanaerschot is onderzoeker bij FairFin.